Troost

Het niets dat alles is (25)

Voor velen en ook voor mij biedt de schoonheid en kracht van de natuur troost in moeilijke tijden. De grootste troost vinden wij echter in het Ene. In wie wij wezenlijk zijn.

Door: Eddy Karrenbelt | Foto: Pixabay

Over de natuur, en de troost die zij biedt, schreef ik in 1998 een liedje. De tekst gaat als volgt:

‘t Zonovergoten land                     

‘t zonovergoten land
dat hier stil aan onze voeten ligt
is voor storm en geweld van natuur en mens
nooit echt gezwicht

de zee teistert de kust
rooft aan haar randen
al wint hij soms terrein
er komt weer een tijd
van nieuwe stranden

als het moeilijk is
ga naar dit land
zie het helmgras
vormt het verband

‘t zonovergoten land
dat hier stil aan onze voeten ligt
is voor storm en geweld van natuur en mens
nooit echt gezwicht

de bliksem raakt het veld
zet haar in brand
als het vuur is gedoofd
dekt de heide
het zwarte zand

als je bang bent
ga naar dit land
zie hoe de paarse gloed
het overmant

‘t zonovergoten land
dat hier stil aan onze voeten ligt
is voor storm en geweld van natuur en mens
nooit echt gezwicht

de aarde schudt en beeft
rijt open haar grond
de tijd staat aan haar kant
en die dicht 
de diepste wond

als je moedeloos bent
ga eens naar haar toe
zie ons prachtige land
dat doet je zeker goed

Een eenvoudige en oude opname van destijds, is te vinden op YouTube:

De natuur is heel troostrijk. Zij kan je in haar schoonheid, weidsheid en stilte, brengen bij de stilte en diepte van jezelf. Soms zelfs ook bij het ervaren van het Ene, allesomvattende.

Zoals ik in het begin al schreef, biedt Het Ene in onszelf de grootste troost.
Meester Eckhart: ‘Al het goede, alle troost, alle zaligheid, wezen en waarheid, zal van ons worden, bij de geboorte, het ontsluieren, in onszelf van het Ene’.
Hij schreef ook, dat wij in het Ene dienen te verzinken van zijn tot niets.
‘Geen geest, geen persoon, geen vorm, alleen maar de zuivere, reine, klare eenheid, van alle twee verre. Als dan de liefdesstroom in ons hart oprijst, moeten wij deze volgen, totdat zij in de zee van de allesomvattende liefde voert, waar wij van de stroom niets meer weten, doch zelf de zee zijn.’

De afgelopen periode verloor een ‘oomzegger’ van mij en zijn vriendin hun pasgeboren kind en een vriend van mij zijn zoon. Dit deed mij denken aan een liedje dat ik in 2005 schreef, als troost bij een groot verlies.
Het eindigt met de regel: ‘wees nu zelf als de zee’. De tekst was geschreven op de melodie van Yesterday van de Beatles. Deze gaat als volgt:

Gisteren

gisteren, was het water nog rimpelloos
jouw huis dat was een sterke boot
jij verlangt naar gisteren

plotseling, stak een storm op, daar midden in
raakt het einde aan een nieuw begin
gisteren kwam plotseling

waar de zee jou brengt, dat weet, weet jij niet
hij is eindeloos wijds, zo onwaarschijnlijk diep

gisteren, was het water nog rimpelloos
nu ben jij als een kind zo broos
jij verlangt naar gisteren

plotseling, stak een storm op, dat maakt jou bang
het is alsof de zee naar jou verlangt
gisteren kwam plotseling

waar de zee jou brengt, dat weet, dat weet jij niet
hij is eindeloos wijds, onwaarschijnlijk diep

gisteren, was het leven nog zo vree
nu neemt de zee jou mee
wees nu zelf als de zee

Een eenvoudige en oude opname, met kraak en ruis, van destijds is eveneens te vinden op YouTube:

Het kindje van mijn ‘oomzegger’ en zijn vriendin droeg de mooie naam Fleure.

In het grote verdriet van het verlies ontstond onderstaand gedichtje:

Fleure

waarom jij zo kort een ster mocht zijn
dat weten wij gewone mensen niet
echter, de geur van de bloem vergaat nooit
en de bloem draagt jouw naam
in de eeuwigheid

en het licht dat de ster licht geeft,
de bloem geur, jou haar naam,
wie jij in wezen bent,
dat licht, die liefde, die stilte, dat leven
blijft altijd bestaan

De column is gepubliceerd op ongrond:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *