Licht

Het niets dat alles is (24)

In het ‘Lied van Ashtavakra’, een klassieke hindoetekst, las ik onlangs het vers: ‘Onze ware aard is licht, niets anders dan licht. Als het universum verschijnt zijn Wij het die stralen’. Hiermee worden woorden gegeven aan het onzegbare Ene dat alles is en verlicht. Overigens is het zo dat of je het nu licht noemt, vrede, stilte, liefde, etc. het is onbenoembaar en gaat overal aan vooraf en aan voorbij.

Door: Eddy Karrenbelt | Foto: Pixabay

Het vers deed me denken aan een gedichtje dat ik lang geleden schreef:

dan sta je in het midden van wat is
niets valt er nog te wensen
alles is als flonkerende sterren
die jouw weg verlichten

de duisternis lost op
alsof zij nooit heeft bestaan
de stappen die je zet gaan als vanzelf
alles straalt
in jou

Bij het schrijven van mijn liedjes komen tekst en melodie vrijwel tegelijk. Vaak verwonder ik mijzelf over het resultaat. Zo ook met het liedje ‘Lena’ dat ik in de herfst van 1994 schreef. De naam Lena komt van Helena, de schitterende, de stralende. Voor mij straalt er iets van licht door het liedje heen.

Lena (de schitterende)

de herfst komt met storm en met regen gekletter
de blad ’ren zijn bruin en oranjerood
je huid kleurt langzamerhand een tikje lichter
het landschap is in dichte nevelen gehuld

de blinkende zomerse tijd
is gedaan
als bij toverslag
hoor ik jouw naam

de zon geeft de bladeren kleur
zij kaatsen het licht
zie de zilveren lach
op jouw gezicht

Lena Lena Lena                       
Lena Lena Leen na na na
Leen na na na Leen na na

de herfst komt met storm .. overal kastanjes
de meesten nog verstopt in hun netelige jas
de dag wordt langzamerhand een tikje korter
je trekt je terug, denkt aan toen het lente was

een enkele zomerse dag
maakt ruim baan
als bij toverslag
zie ik je staan

de zon geeft de bladeren kleur
zij kaatsen het licht
zie de zilveren lach
op jouw gezicht

Lena Lena Lena
Lena Lena Leen na na na
Leen na na na Leen na na

Een eenvoudige opname van het liedje is te beluister en te bekijken op YouTube: 

Wij mensen, zijn vaak kastanjes, nog verstopt in onze netelige jas. Het is moeilijk voor het licht om er doorheen te schijnen. Maar voor iedereen komt er een tijd dat de schil openbreekt.

In veel levensbeschouwingen wordt gesproken over het licht.
Meester Eckhart deed dat op prachtige wijze:

‘Wanneer de ziel niet naar buiten gaat, naar uiterlijke dingen, is zij thuisgekomen en woont zij in haar enkelvoudige, zuivere licht.
In het innerlijkste, waar niemand thuis is, daar neemt dat licht genoegen, en daar is het innerlijker dan het in zichzelf is; want deze grond is een enkelvoudige stilte, die in zichzelf onbeweeglijk is, en door deze onbeweeglijkheid worden alle dingen bewogen’.

Thomas evangelie, logion 24:
Zijn leerlingen zeiden: ‘Toon ons de plaats waar gij zijt. Want wij moeten daarnaar zoeken’. Jezus sprak tot hen: Wie oren heeft om te horen, hore.
Er is licht in een mens van licht en hij verlicht de hele wereld. Wanneer hij geen licht wordt, is hij duisternis’. 

Shankara:
Het Licht binnenin, het Licht buiten,
Het binnenste Licht boven alle lichten,
Het uit zichzelf stralende Licht van alle Lichten
Het Licht van Mijzelf, De Heer, ben ik

Het licht is in de mens zelf. Het is onze ware natuur. Keer naar binnen in de stilte van je hart, dan kan het licht in je oplichten.

De column is gepubliceerd op 20 oktober op www.ongrond.nl


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *